Bomen zijn een vast onderdeel van de groenvoorziening. Bomen geven schaduw, zorgen ervoor dat vogels zich kunnen nestelen en zijn gewoon een vast onderdeel van de natuur. Het leven van de boom begint natuurlijk bij het planten. Een precair klusje, dat een kennersoog vereist. Om de boom alvast een goede start te geven, zorgen we hierbij voor enkele tips, die het bomen planten wat makkelijker maken.

Wat is de beste planttijd?

De beste tijd om bomen te planten, is in de periode november – april. Het najaar is vaak een goede tijd, omdat de bomen in deze periode gewoon makkelijker aanslaan. Het planten van de bomen in deze periode zorgt ervoor dat ze niet direct worden blootgesteld aan de warme en soms droge omstandigheden in de zomer, maar juist een vriendelijker klimaat hebben om hun eerste levensperiode in door te brengen. Natuurlijk is het af te raden om bomen te planten als het vriest, al was het alleen maar omdat het bijna niet te doen is om een fatsoenlijk gat te graven in stijf bevroren grond.

Waar moet je rekening mee houden tijdens het planten?

Wie de boom gaat planten, graaft eerst een plantgat. Dat is het gat waarin de kluit moet komen en het is dus slim om dat gat een goede slag groter te maken dan de kluit zelf. Zorg er ook voor dat de grond goed los wordt gemaakt en vul hem aan met compost. Dit geeft de boom een gezonde, rijke voedingsbodem en dat is nodig in zijn jonge jaren. Zorg er ook voor dat de boom niet te diep geplant wordt. Te diepe wortels hebben moeite om zuurstof tot zich te nemen en kunnen soms tot het grondwater reiken, wat ook niet echt goed voor de boom is. Probeer zeker in de eerste jaren van de boom de grond rondom vrij te houden van begroeiing. Op die manier zorg je ervoor dat het water beter bij de wortels van de boom kan komen en niet opgenomen wordt door een ‘concurrent’.

 

Veranker de boom
Jonge bomen hebben geen gemakkelijk leven. Een flinke storm kan ze stevig heen en weer doen zwiepen, wat zorgt voor beschadiging aan de wortels. En in het ergste geval gaat de boom gewoon neer. Om te voorkomen dat jonge bomen gelijk bij de eerste herfststorm sneuvelen, kan je de boom verankeren met een boompaal. Deze boompaal – vaak worden er twee gebruikt – ‘begeleidt’ de boom als het ware in zijn groei. Banden houden de boom op zijn plek en voorkomen dat hij gaat zwiepen of scheef groeit. Het is een manier van boomverzorging die heel veel wordt toegepast, omdat het zo effectief is. Ook grotere bomen hebben nog altijd veel baat bij ondersteuning, al is een paal dan eigenlijk niet genoeg. Twee, of zelfs drie palen zullen hier dan voor voldoende bescherming zorgen. 

 

Snoei de boom regelmatig

Snoeien is een vast onderdeel van de boomverzorging, omdat het een manier is om de dode takken te verwijderen en er dus voor te zorgen dat de boom zo gezond mogelijk blijft. Dat snoeien zal in het jonge leven van de boom niet gelijk nodig zijn, maar na een tijdje zal je merken dat de takken flink beginnen te groeien en dat de boom er baat bij kan hebben als je ze iets inkort. Doe dit nooit in de volle zon; dan verbranden de vers afgeknipte takken, wat verdere groei in de weg staat.